Fragment uit:

De donkere diepte

Plots klinkt er zachte muziek (uit het Zwanenmeer).

HEKS: Hé, wat hoor ik daar? Muziek? Ik haat muziek!

VERTELLER: Ja, lieve kinderen. Abessieneka hoorde het goed. Er klonk muziek. Op de Aarde speelde iemand hele mooie muziek. Zo mooi, zo zuiver. De tonen klommen via de wolken omhoog. En de klanken klonken door in de Donkere Diepte. Het wordt licht op het podium (als dit mogelijk is). De goede fee Babystiftje komt dansend het toneel op. Gevolgd door dansende kinderen.

VERTELLER: Abessieneka keek eens goed naar beneden. Daar op de Aarde waren kinderen aan het dansen. En dat vond Abessieneka niet leuk. Ze haatte dansen.

terug