p.9 en p.10
HOFDAME 1 (met een glimlach): Prinses, zal ik u een verhaaltje voorlezen?
EVELIENTJE: Ja.
Hofdame 1 kijkt blij naar hofdame 2. Ook de bedienden kijken verheugd.
EVELIENTJE: Alhoewel...
Gespannen kijken ze haar aan.
EVELIENTJE: ...Nee.
HOFDAME 2 (paniekerig): Nee?
EVELIENTJE: Nee, niet voorlezen. Uitbeelden!
De hofdames en de bedienden kijken elkaar aan.
HOFDAME 1: Nou vooruit, jullie horen de prinses.
Hofdame 1 slaat het boek open. Hofdame 2 gaat snel even naar hofdame 1 en kijkt in het boek. Paniekerig rent ze terug naar de bedienden en fluistert ze wat in het oor.
HOFDAME 1: Heel, heel, heel lang geleden was er eens een timmerman en zijn vrouw.
De bedienden en hofdame 2 kijken snel rond in de kamer en pakken wat spullen om zich om te kleden: bediende 2 doet een deken om om Jozef te zijn en de hofdame pakt ook een deken (of een doek of zo), die ze als hoofddoek om doet: zij is Maria.
HOFDAME 1: En ze heetten Jozef en Maria.
BEDIENDE 3: En ik? Wat ben ik dan?
HOFDAME 1: Maria zat op hun trouwe ezel...
Iedereen kijkt naar bediende 3.
BEDIENDE 3: Ezel? Ik wil helemaal geen ezel zijn!
EVELIEN: De ezel! Waar is de ezel?!
Bediende 3 gaat op zijn handen en voeten. Maria gaat op hem zitten.
HOFDAME 1: Maria was hoogzwanger... Zij was...
HOFDAME 2: Oh hemeltje, hemeltje! Wacht even, wacht even, hoor...
Ze pakt een van de kussens van het bed en doet die onder haar jurk.
HOFDAME 1: Kunnen we verder nu?
Maria gaat weer voorzichtig op de ezel zitten. Het alles ziet er nogal gammel uit.
EVELIEN: Hoe gaat het nou verder!
HOFDAME 1: Ze waren van ver gekomen, en wat was het koud...
Evelien en hofdame 1 kijken naar de toneelgroep.
BEDIENDEN/HOFDAME: Brrr!
HOFDAME 1: Ze waren in Betlehem aan gekomen en gingen snel op zoek...
Jozef is intussen snel gaan lopen, maar dat kan de ezel niet bijhouden.
BEDIENDE 2: Niet zo snel, niet zo snel!
HOFDAME 1: ...Snel op zoek naar een warme plek voor de nacht...
Maar in een poging Jozef bij te houden gaat de ezel te snel en Maria dondert eraf.
EVELIENTJE: Stop. Wat stom. Jullie kunnen er niks van.
De prinses doet ontzettend dramatisch. Met haar vuistjes slaat ze op de dekens. Bediende 1 die pijn in zijn rug had-, bediende 4 (met een nieuw schaaltje blauwe m&m'etjes) en de hofnar komen weer het toneel op. Iedereen is behoorlijk uitgeput.
HOFDAME 1: Maar wilt u niet gewoon lekker slapen, hoogheid...
HOFDAME 2: Ja, majesteit, want, hemeltje; u heeft u slaap toch nodig; u kunt toch niet zonder slaap?
EVELIEN: Ik wil niet slapen! Ik wil...
Ze denkt na.
BEDIENDE 1: Ze wil...
BEDIENDE 2: Ze wil...
BEDENDE 3: Ze wil...
BEDIENDE 4: Wat wil ze dan?
EVELIEN: Ik wil verstoppertje spelen!